OPUS-3
De ombouw in 6 eenvoudige stappen
- Het achterwiel wordt uit de bestaande fiets gehaald.
- De naaf uit het bestaande achterwiel wordt verwijderd en in het nieuwe roestvaste frame geplaatst (de Opus-3 module).
- De module wordt op de plaats van het verwijderde achterwiel gemonteerd, zonder dat er gelast of gezaagd hoeft te worden.
- Twee zijstangen zorgen voor de stabiliteit en worden bevestigd op de plaats van de zadelklem.
- Vervolgens worden de aansluitingen gemaakt voor rem en versnelling.
- Daarmee is de vertrouwde tweewieler een stabiele driewieler geworden!
Fietsen op een driewieler doe je zo
1.Zet de fiets op de parkeerrem zodat de fiets niet wegrolt.
2.Stap door het frame heen, zodat je voeten aan weerskanten van de fiets staan.
3.Zet je sterkste been op het laagste pedaal en neem plaats op het zadel.
4.Ga ontspannen op het zadel zitten met de voeten op de pedalen (net zoals in de auto). Kijk recht voor je uit, niet naar beneden, niet naar 't stuur.
5.Laat vervolgens het stuur even los en beweeg met je lichaam. Op die manier kom je erachter dat je niet kunt omvallen. Beweeg beide armen over elkaar heen en schud met je lichaam. Pak daarna het stuur weer vast.
6.Haal nu de parkeerrem van de fiets af, zodat je kunt gaan beginnen met fietsen.
7.Als je voor de eerste keer op een driewieler fietst, doe dit dan zonder trapondersteuning en fiets weg in de laagste versnelling.
8.Na het maken van een halve slag, knijp je in de remmen. Zo merk je dat je direct tot stilstand komt.
9.Fiets eerst een aantal rechte stukken en knijp regelmatig in de rem. Houdt tijdens het fietsen, zeker in het begin, je handen bij de rem.
10.Het is belangrijk dat je ten allen tijden rechtop blijft zitten en niet gaat hangen met je lichaam. Het besturen van de fiets doe je uitsluitend met de handen en niet met je lichaam.
11.Probeer rustig een bocht te nemen door in te sturen met het stuur. Blijft rechtop zitten en houdt je knieën bij elkaar.
12.Houdt je voeten ten allen tijden op de pedalen! Ook als je remt of stilstaat. Je kunt niet omvallen, blijf daarvan bewust.
13.Rem tussendoor regelmatig om te merken dat je niet omvalt.
14.Rij zo haaks mogelijk stoepranden op en af. Nooit schuin!
15.Pauzeer vooral in het begin heel regelmatig en schud de schouders los.
16.Naarmate je vaker opstapt, merk je vooruitgang. Besef dat je niet de enige bent. Iedereen die altijd gefietst heeft, moet afleren om het evenwicht te willen bewaren en erop leren vertrouwen dat de fiets niet omvalt. Dat grote voordeel voelt eerst heel onnatuurlijk.
17.Als je afstapt en ernaast loopt, dan komen de kuiten al snel tegen de achterwielen aan. Daarom is het raadzaam om bij een kleine verplaatsing gewoon op de fiets te (blijven) zitten.
